Formules per stromingssituatie

Grondwaterformules.nl biedt praktisch toepasbare geohydrologische formules. De oplossingen zijn ingedeeld naar stromingssituatie. Hier volgt een toelichting op de categorieen in het menu links op deze pagina:

Stroming naar een waterloop

watergang instationair zonder weerstand

Waterlopen met een laag peil trekken grondwater aan. De verlaging van het grondwater is in de eerste plaats afhankelijk van de aanwezigheid van watervoerende sloten. Wanneer sloten aanwezig zijn infiltreert water naar de ondergrond en dempt de verlaging sneller uit. Daarnaast maakt het uit of de grote watergang met het lage waterpeil erg diep is of niet.
In veel gevallen zijn de formules ook bruikbaar wanneer de grote watergang een hoog peil heeft, waardoor infiltratie optreedt. Bedenk bij toepassing voor deze situatie dat de gegeven formules geen rekening houden met weerstand van de bodem van de grote waterloop tegen infiltratie.

Peilverschil in het oppervlaktewater

peilverschil-tussen-twee-polders

Verschillen in oppervlaktewaterpeil veroorzaken grondwaterstroming. We onderscheiden twee situaties:
1) stroken grond met aan weerszijden een vast peil (bijvoorbeeld een natuurterrein zonder sloten tussen twee landbouwgebieden)
2) twee aangrenzende peilvakken met een verschillend peil
Voor de tweede situatie is ook een formule opgenomen voor een rond gebied in een omgeving met een afwijkend waterpeil. Deze formule wordt van oudsher gebruikt om kwel naar een laaggelegen, min of meer ronde polder te berekenen.

Perceelsdrainage

ontwateringsformule Wesseling

De afvoer van neerslag naar sloten op perceelsniveau staat bekend als het drainageprobleem. Hiervoor zijn in de afgelopen eeuw talloze formules gepubliceerd, die vaak alleen de maximale opbolling van het grondwater tussen twee watergangen geven.

Onttrekking

ontrekking-freatisch-pakket-met-vaste-rand

Wanneer water wordt onttrokken uit een put stroomt grondwater toe. Er treedt een verlaging op van het grondwatervlak. Enkele klassieke formules zijn hier opgenomen. Ook vind je een wat minder bekende formule voor situaties waarbij de winning sloten in de directe omgeving droogtrekt.

Reistijd

reistijd regionaal afgesloten

De verblijftijd van grondwater is de reistijd van een waterdruppel vanaf het moment van infiltratie in de verzadigde zone tot aan een gegeven punt, bijvoorbeeld een peilbuis, een waterloop of een onttrekking. Je vindt twee varianten van een klassieke formule. De eerste berekend de reistijd tussen een waterscheiding en een vaste rand, bijvoorbeeld een grote watergang. De tweede formule geeft de leeftijdsverdeling van grondwater in de verticaal voor dezelfde strominssituatie.

Zoet-zout grens

Ghyben-Dupuit

Omdat zoet water drijft op zout water vormt zich in de Nederlandse kustduinen een regenwaterbel. Er bestaan een verschillende formules die de vorm van de zoetwaterbel beschrijven

Meerlagenformules

In de ondergrond zijn vrijwel altijd meerdere watervoerende lagen te onderscheiden. Voor berekeningen is het echter zelden nodig om de grondwaterstand ook in meerdere lagen uit te rekenen. Voor stromingsvraagstukken waarbij dat wel nodig is zijn er de meerlagenformules.